Hotel California - Reisverslag uit Salta, Argentinië van Vincent Liemburg - WaarBenJij.nu Hotel California - Reisverslag uit Salta, Argentinië van Vincent Liemburg - WaarBenJij.nu

Hotel California

Door: Vincent

Blijf op de hoogte en volg Vincent

14 April 2012 | Argentinië, Salta

Voor het volgende verhaal neem ik je mee terug naar het oosten van Turkije. Ik ben ongeveer vier weken onderweg. Omdat ik het thuisfront niet onnodig ongerust heb willen maken vertel ik dit verhaal tegen het einde van mijn reis.

Na drie nachten in Yusufeli bij Chagri, Erdem en Seda te hebben geslapen trekken Julian, Vivian en ik verder richting Kars. Dat is althans het plan. De plek waar de bus naar Kars vertrekt ligt tien kilometer buiten het stadje. Bij het tankstation aan de grote doorgaande weg kunnen we op de bus stappen. Rond 15.00 uur zal de bus langsrijden. Om 16.00 uur is er echter nog geen bus gepasseerd. Van de medewerkers van het tankstation, van wie we veel thee krijgen voorgeschoteld, horen we dat de bus een probleem met de motor heeft. Het zal nog even duren voordat de bus voorbij zal rijden. Ook om 17.00 uur is er nog geen bus. Julian, Vivian en ik besluiten dat als we om 18.00 uur nog niet zijn opgepikt, we terugkeren naar onze vrienden in Yusufeli. Als uit het niets komt er om 17.45 een grijze BMW aanrijden. De bestuurder is een grote, kale man die geen Engels spreekt. Van de medewerkers van het tankstation horen we dat hij ons een lift wil geven naar Kars. Een goede deal zo lijkt het. Julian en ik zeggen tegen elkaar dat wanneer we in Kars aankomen we de bestuurder wat geld zullen geven voor de benzine. We stoppen snel onze backpacks in de achterbak. Het is nog een lange rit en het begint ondertussen donker te worden.

Als we bij het tankstation wegrijden valt meteen op dat onze bestuurder, die uit Ankara afkomstig is en op weg is naar Azerbeidjan, er een nogal roekeloze rijstijl op nahoudt. Met tegen de 150 km per uur scheuren we door de bergen. Niet ideaal op een weg waar 90 km de gangbare snelheid is. Als we ongeveer vijf kilometer hebben gereden vraagt de bestuurder aan Julian of hij iets uit de plastic tas voor hem wil pakken. Het blijkt een halve liter bier te zijn. Ik hoor aan het geluid in de tas dat er meerdere halve liters in de tas zitten. Met een lichte aarzeling geeft Julian het biertje aan. Als het er bij eentje blijft kan het vast geen kwaad.

Twintig kilometer buiten Yusufeli, het biertje moet aan het aantal slokken gemeten al bijna op zijn, worden we door wegwerkers gesommeerd te stoppen. Niet ver van deze plek zal binnen enkele ogenblikken in de rotsen een explosie plaatsvinden. Met deze explosie wordt ruimte gemaakt voor de aan te leggen dam die Yusufeli van de aardbodem zal doen verwijnen. Terwijl we aan het wachten zijn probeer ik met het elektrische knopje het raam te openen. Het glas gaat niet naar beneden en ook de deur blijkt te zijn vergrendeld. Nadat we in de verte een lichte explosie hebben gehoord zetten we de reis voort. Niet veel later vraagt de bestuurder een tweede biertje. Bij mijn voeten ligt ook een plastic tas en ik besluit er een korte blik in te werpen. De tas zit vol met halve liters. Dat belooft niet veel goeds, want de rit naar Kars duurt nog twee uur. Onder normale omstandigheden duurt de reis drie uur, maar met deze snelheid zal Kars in twee uur worden bereikt. Dan moet wel alles goed blijven gaan. Daar beginnen we, zeker als de bestuurder vol trots uit het kastje naast de bestuurdersstoel een pistool tevoorschijn haalt, steeds minder in te geloven.

De stand van zaken is nu dat ik in een auto zit waarvan mijn raam en deur zijn vergrendeld, de bestuurder als een dwaas rondrijdt, hij dronken begint te worden, het buiten donker is en dat er een pistool in de auto ligt. Er zijn leukere situaties denkbaar. Wat me - op dit moment - het meest beangstigd zijn de gesloten ramen en deuren bij de achterbank. Als we tegen een boom aanrijden of in de rivier belanden kan ik geen kant op. Met zijn drieen overleggen we en we besluiten dat we bij het eerste licht dat we zien branden uit zullen stappen. De bestuurder moet hebben opgemerkt dat we ons niet helemaal op het gemak voelen. Hij laat een foto van zijn gezin zien. Het doet me niets. In de verste verte is geen licht te bespeuren. Er heerst een onaangename stilte in de auto. De remreactie voor aankomende bochten wordt naarmate de reis vordert steeds later ingezet.

Op een gegeven moment vraagt de bestuurder aan mij of ik zijn jas die op de hoedenplank ligt wil aangeven. Hij pakt er iets uit en laat geld zien. Het is duidelijk dat hij geld van ons wil. We doen net alsof we hem niet begrijpen. De grote, kale man rijdt nog steeds als een gek rond. Steeds verder weg van Yusufeli. We overleggen of we niet ergens in de middle of nowhere uit moeten stappen. Lang hoeven we er niet over na te denken. De bestuurder parkeert de BMW aan de kant van de weg. Het eerste wat ik wil doen is uitstappen, mijn deur is echter nog steeds vergrendeld. Julian zit voorin en kan er gelukkig wel uit. Hij opent de achterdeur en Vivian en ik stappen snel uit. Ik open de achterbak en haal de backpacks uit de auto. We gaan absoluut niet meer terug in de auto. De bestuurder is ook uitgestapt en staat met zijn geld te zwaaien. We proberen hem duidelijk te maken dat we niet meer terug in de auto zullen stappen. Ook gaan we geen geld geven.

Ongeveer twee minuten nadat we zijn gestopt, parkeert er voor de BMW een andere auto. Er stapt een man uit. Ik herken hem. Hij heeft ook getankt bij het tankstation. De twee mannen beginnen met elkaar te praten, ze kennen elkaar. De tweede man spreekt een klein beetje Engels en hij legt uit dat we voor tweehonderd Turkse Lira (ongeveer tachtig euro) naar Kars gebracht kunnen worden. We maken duidelijk dat we niet terug in de auto zullen stappen. Ik slaap liever in de bergen tussen de beren dan dat ik terugkeer in de BMW. Tweehonderd Turkse Lira is sowieso te veel geld voor “een lift”. De sfeer wordt er niet beter op. We lopen met onze backpacks naar de andere kant van de weg. De twee mannen lopen achter ons aan en blijven over geld praten.

Als ze doorhebben dat er niet veel te halen valt, maakt de grote, kale man een beweging met zijn wijsvinger die ik niet snel zal vergeten. Met een valse glimlach op zijn gezicht doet hij net alsof hij de trekker van een pistool overhaalt. Vervolgens loopt hij terug naar de auto. “Hij gaat toch niet het pistool pakken?”. Precies op het moment dat de bestuurder de voordeur opent zie ik rechts van me twee grote koplampen. Ik loop naar de vrachtwagen en begin tegen de bestuurder te praten. Zo lang als de vrachtwagen hier blijft staan zijn we vast veilig. De vrachtwagenchauffeur spreekt geen Engels, maar hij is zo vrolijk dat ik denk dat hij wel even blijft staan. Je komt als Turkse vrachtwagenchauffeur niet iedere dag aan de kant van de weg drie buitenlanders tegen. Terwijl ik een praatje maak zie ik na een tijdje in de hoek van mijn blikveld dat de BMW en de andere auto met hoge snelheid wegrijden. We zitten alledrie zo vol met adrenaline dat we nog niet in staat zijn bij iemand in te stappen. De vrachtwagen heeft sowieso geen plek voor drie mensen. Eerst even bijkomen en dan kijken hoe het verder moet.

We lopen naar een zijweg om even van de hoofdweg af te zijn. Op ongeveer tweehonderd meter van de hoofdweg blijven we vlak na een brug staan. Vivian heeft de beweging met de wijsvinger ook gezien en begint te huilen. Na vijf minuten zien we uit de richting waar de BMW naartoe is gereden een auto aankomen. Iets voor de zijweg mindert de auto snelheid. De auto komt onze kant op. We vertrouwen het niet en gaan achter de brug zitten. Vanaf de weg zijn we zo niet te zien. De lampen van de auto gaan voorbij. Vijftig meter bij ons vandaan stopt de auto. Hij keert. Mijn hartslag - die net weer rustig begon te worden - begint weer sneller te kloppen. Ik ben bang.

De auto rijdt tergend langzaam naar de hoofdweg. Hij vervolgt zijn weg in de richting waar hij vandaan kwam. Ik zal nooit zeker weten wie of wat het was, maar ik heb zo mijn vermoeden. We blijven nog een tijdje weg van de hoofdweg en zeggen niet veel tegen elkaar. Overnachten in de koude bergen is geen optie, dus we lopen na tien minuten weer terug naar de grote weg. We zitten op ruim veertig kilometer van Yusufeli en het is pikkedonker. Als we net in de richting van Yusufeli zijn gaan lopen komt er een busje aanrijden. Het stopt vlak voor ons. In het busje zitten ongeveer 15 mannen. Het blijken werkers van het damproject te zijn. De bestuurder spreekt redelijk Engels en we mogen van hem instappen. Yusufeli ligt niet op de route, maar hij kan nadat we ergens hoog in de bergen de damwerkers hebben afgezet wel iets voor ons regelen.

Nadat we de damwerkers hebben afgezet dalen we weer af naar de grote weg. De bergweg is erg steil en heeft mooie haarspelbochten. De bestuurder zet na een tijdje de radio aan. Uit de luidspreker klinkt het karakteristieke gitaarintro van het lievelingsnummer van mijn vader. Ik weet nu zeker dat alles goed komt.

  • 15 April 2012 - 06:42

    Jeroen:

    Gvd Vincent... Je laat me erg schrikken in de vroege ochtend. Ben blij dat het goed is gekomen met jullie. Wat zijn er een gekken op de wereld hè! Hoop je nu echt toch weer snel te zien! Dus doe voorzichtig!

  • 15 April 2012 - 08:44

    Reinout En Lydia:

    Het is dat je deze ervaring al buiten je blog om met ons hebt gedeeld ..... En voor jou ligt het achter je. Het leest als een thriller....helaas is het echt gebeurt. De schrijver in jou overwint en de muziek krijgt het laatste woord!

  • 15 April 2012 - 08:49

    Marijcke:

    Hier wordt ik even helemaal stil van. Gelukkig heb je een hele goede beschermengel op je schouder zitten.

  • 15 April 2012 - 09:34

    Jurriaan:

    Vin, wat heb ik nou gezegd over grote kale mannen, daar moet je niet steeds mee in zee gaan. Flauw grapje. Ben blij dat alles goed is afgelopen. Zulke ervaringen overkomen je en maken je sterker. Kom maar snel naar huis, dan wachten hier 4 grote behaarde mannen op je met een krat pils.

    x Jur

  • 15 April 2012 - 10:17

    Annemargriet:

    Hey Vince,

    De cliffhanger hield ons wel bezig, nooit aan zo iets engs gedacht.
    Het geluk was jullie goed gezind !
    Zou die man de aarbeving in Van hebben overleefd ?

    En wat een prachtig " toeval " zit er in de muziek en de tekst en het moment.

    On a dark desert highway, cool wind in my hair
    Warm smell of colitas, rising up through the air
    Up ahead in the distance, I saw a shimmering light

    liefs van ons beiden
    Peter en Ánnemargriet


  • 15 April 2012 - 13:03

    Daan:

    Vinnie wat een avonturen maak je toch mee! gelukkig is alles goed afgelopen, een voordeel je bent wel weer een tof verhaal rijker die je niet zo snel meer gaat vergeten.:)

    tot snel!

    x

  • 15 April 2012 - 16:24

    Annick:

    Gets!!! Ik vergat even te ademen toen ik je verslag las! Ik hoop dat je niet meer van dat soort geintjes uithaalt. :O

  • 16 April 2012 - 17:07

    Ineke:

    Hey Vincent! Wat een verhaal! Je denkt dat zulke dingen alleen in boeken of enge films voorkomen, maar helaas zijn er ook een hoop criminelen in de echte wereld! Het leest inderdaad als een thriller, maar de plot met het lievelingsnummer van je vader ontroerde me.

    groetjes Ineke

  • 16 April 2012 - 18:53

    Jessica H.:

    Heeey Vin! Jeeeetje, wat eng! Wat moedig van jullie om alsnog te gaan liften zeg.
    Hoop dat je dit nooit meer meemaakt en dat de rest van je reis lekker voorspoedig gaat! xx jess

  • 17 April 2012 - 20:01

    Margot:

    En wij (Jolijn & ik) maar bang zijn voor honden omdat ik door een hond gebeten was. NIKS vergeleken met dit verhaal!!!! Wat heftig!!!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Argentinië, Salta

Vincent

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 230
Totaal aantal bezoekers 67345

Voorgaande reizen:

30 Augustus 2011 - 16 Juli 2012

Op wereldreis

Landen bezocht: